Naar de test Bestel hier extra flyers of download het digitale campagnemateriaal

Informatie voor artsen

De Belgische verkeerswetgeving bepaalt dat iedere bestuurder in staat moet zijn om te sturen en naast de nodige kennis en rijvaardigheid ook de vereiste lichaamsgeschiktheid moet hebben. Al wie een motorvoertuig bestuurt, moet voldoen aan de medische minimumnormen die zijn vastgelegd in de wet. Die bepalen dat een bestuurder niet mag lijden aan aandoeningen of afwijkingen die zijn functionele mogelijkheden zodanig beperken dat hij bij het besturen van een motorvoertuig de veiligheid in het gedrang kan brengen.

Over welke aandoeningen of afwijkingen gaat het?

  • Neurologische aandoeningen, onder meer als gevolg van een hersenbloeding (CVA), lichamelijke, geestelijke of cognitieve ontwikkelingsstoornissen enz.
  • Geestelijke aandoeningen, onder meer ernstige gedragsstoornissen, schizofrenie, waandenkbeelden, stemmingsstoornissen,…
  • Epilepsie
  • Slaapstoornissen (“pathologische somnolentie”): slaapapneu, narcolepsie, …
  • Aandoeningen van de spieren, gewrichten en het bewegingsapparaat (“locomotorische aandoeningen”): spier- en gewrichtsaandoeningen en aandoeningen van het zenuwstelsel die de motorische controle beperken,…
  • Aandoeningen van hart en bloedvaten: chronisch hartfalen, ernstige hartritmestoornissen, bloeddrukstoornissen, hartinfarct,…
  • Diabetes (“suikerziekte”)
  • Gehoors- en evenwichtsaandoeningen (bijvoorbeeld duizelig of draaierig worden)
  • Aandoeningen van het gezichtsvermogen: minder goed ver of in het duister kunnen zien, of minder goed ‘breed’ kunnen zien
  • Alcohol- of drugsafhankelijkheid, of -misbruik, gebruik van bepaalde geneesmiddelen
  • Nier- en leveraandoeningen: nier- en leverinsufficiëntie,…
  • Bepaalde implantaten, bijvoorbeeld pijnpompen, ‘deep brain stimulatie’, …

Bij die aandoeningen zijn er aandachtspunten waar absoluut rekening mee moet gehouden worden in verband met de wettelijke en verzekeringstechnische vereisten. De normen en procedures verschillen naargelang de voertuigcategorieën (gewone personenwagens, vrachtauto’s,…) en het feit of er al dan niet sprake is van vervoersdiensten (bezoldigd personenvervoer, taxidiensten,…).

Als arts bent u verplicht om patiënten die niet rijgeschikt zijn, daarvan op de hoogte te brengen.

De patiënt dient vervolgens zijn rijbewijs of voorlopig rijbewijs binnen de vier werkdagen in te leveren bij het gemeentebestuur van zijn woonplaats. Hij kan een rijbewijs of voorlopig rijbewijs terugkrijgen als hij een rijgeschiktheidsattest kan voorleggen dat toestaat om de voertuigtypes te besturen die overeenstemmen met de categorie van het rijbewijs.

Bij bepaalde aandoeningen die leiden tot een functionele stoornis bij het besturen van een motorvoertuig bent u verplicht om de patiënt door te verwijzen naar het CARA (Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassing) voor een rijgeschiktheidsbeoordeling:

  • bij locomotorische aandoeningen;
  • bij bepaalde problemen met gezichtsscherpte of gezichtsveld;
  • bij stoornissen van het oordeelsvermogen en het inschattingsvermogen;
  • bij personen met implantaten.

Het CARA bepaalt dan de rijgeschiktheid, en bepaalt dan ook de eventuele aanpassingen aan het voertuig (bijvoorbeeld een automaat, een bol op het stuur, …), of de voorwaarden en beperkingen die van toepassing zullen zijn (bijvoorbeeld ‘enkel overdag’, ‘niet op autosnelweg’, …).

Verdere informatie over medische rijgeschiktheid vindt u op de website van het CARA:
www.vias.be/nl/particulieren/cara/voor-artsen